Ik zat te genieten op het kinderstrand, want ik had mij net gerealiseerd dat dit de eerste keer was dat ik niet met haviksogen mijn jongste in de gaten moest houden, omdat ze nu beschikt over beide zwemdiploma’s. Er ging een wereld voor mij open van opties, ik zou er haast keuzestress van krijgen. Maar al gauw zat ik gebiologeerd te kijken naar een schouwspel dat zich om mij heen afspeelde, met als leidend voorwerp de Sub. We hebben er zelf ook één en ik vind het een genot om erop rond te dobberen, maar een crime om deze op te pompen. Dat laat ik dan ook graag over aan Bastiaan.
Het was zeker 32 graden en heel benauwd. Maar om mij heen zag ik veel mannen druk in de weer om hun Sub op te blazen. Er werd een pomp uitgeleend aan de man die dapper aan de gang was gegaan met een ouderwetse variant. Zo’n voetpompje wat vooral veel geluid produceert, maar waar weinig lucht uit komt. Ik ben in gedachten weer terug in de tijd op kampeervakantie met mijn ouders en zusje, keer op keer dat luchtbed oppompen.
Rechts voor mij zat een man met zijn gezin op strandstoeltjes onder een parasol te genieten van een koud blikje cola uit de koelbox met een sigaret. Hij had op zijn armen verschillende namen getatoeëerd en naast hem lagen een roze en oranje sub klaar voor gebruik. Dit is een echte familieman die de kunst van het recreëren begreep, concludeerde ik.
Links voor mij zag ik een man en een vrouw een sub nieuw uit de verpakking halen. De familieman had het al snel in de smiezen, want hij zat (net als ik) aandachtig te kijken.
Er kwam een degelijke pomp tevoorschijn, zo één waarmee je staand kunt pompen door omhoog te trekken en naar beneden te duwen. Die hebben wij ook, dacht ik. Loodzwaar pompen, maar efficiënt, dat wel. Ik zag de man voor mij tevreden kijken bij het zien van deze pomp.
De man begon te pompen en al snel leek hij het wel genoeg te vinden, hij veegde demonstratief wat druppels zweet van zijn voorhoofd en wilde de dop er al op plaatsen. De man voor mij besloot dat hij moest ingrijpen en liep er naartoe en ging staan met zijn handen in zijn zij. Die kan nog niet vol zijn hoor. Hij moet veel voller. Hij begon getallen te noemen en zei dat hij echt nog even moest doorpompen. De andere man mompelde wat en pompte toch nog even door. Hij duwde zijn vingers in de sub en wilde stoppen met pompen. Nee, je bent er echt nog niet vriend, zei de familieman. Ik zag net ook iemand op het water met een dubbelgeklapte sub, moet je niet willen hoor.
Maar kan hij wel zo vol, ontploft hij niet? Ja joh, hij moet echt nog veel voller, Kijk je ziet het aan de meter op je pomp, zie je? Hij wees het op de pomp aan en kwam dus er dus nog meer met zijn neus bovenop staan. De andere man leek het niet heel fijn te vinden, maar nam toch maar zijn advies ter harte en pompte nog even door. Ja, zo haal je die slang eruit en dan ontsnapt er ook weer wat lucht dus het komt echt wel goed, hij is niet te hard.
De sub was vol genoeg en de dop ging erop. De man kon het niet laten om nog een laatste advies te geven ‘Als je er zo vanaf valt, dan moet je gaan zwemmen, niet er weer op klimmen want dan is hij nat en heel glad’.
Dankjewel zei de man.
Zijn vrouw gooide het afval van de nieuwe sub weg en keek op haar telefoon. Toen zei ze: ik zie dat het zo gaat regenen. De man gaf een diepe zucht en plofte neer op zijn handdoek.
