Anna schrijft

Verwonderingen en observaties, korte verhalen en columns

Kiezen

Er zijn ontzettend veel dingen waar ik mij boos over maak of machteloos over voel. Waarbij ik denk: ‘wat voor invloed gaat dit hebben op de toekomst van onze kinderen’.
Het verlamt of wakkert juist strijdlust aan.
Ik wil mij hardmaken voor zoveel, met hart en ziel. Maar ik loop telkens tegen hetzelfde aan.

Ik kan niet kiezen.

En er komt met de dag weer wat bij. Op kleine en op grote schaal. Zo maak ik mij nu druk om de idioterie van Trump of de menfluencers waarvan ik geen zin heb hun namen op te schrijven, en vind ik het zo surrealistisch dat ik soms denk in een foute film te zitten.
En hoorde ik deze week dat de taalschool voor vluchtelingen in Deventer over twee weken moet sluiten, de subsidie stopt. Een geweldig initiatief dat werkt als een trein, wat vluchtelingen zingeving en perspectief geeft en de prachtige naam ‘Iedereen aan boord’ heeft.
Dan kinderarmoede. Sinds 3 jaar bestaat een groot deel van mijn leven uit het bestrijden daarvan door het uitoefenen van mijn baan. En in de aanvragen die dagelijks bij Kinderhulp binnenkomen, voor kinderen die opgroeien in armoede, lees ik niet alleen dat er te weinig geld is. Ik lees veel meer. Over kansenongelijkheid, geweld tegen (meestal) de moeder en/of het kind. Over dingen als de toeslagenaffaire, eenzaamheid, isolatie, schaamte, stress of het uitzichtloze bestaan van vluchtelingen. Heel veel hiervan raakt ook de rechten van de vrouw.

De hele week twijfel ik: ga ik wel of niet naar de Dam? Het leek zo klaar als een klontje. Ik heb al vaker gedemonstreerd, meestal voor het klimaat en één keer toen ik pas 15 jaar oud was, maar dat was omdat ik verliefd was op een jongen die meeliep in een demonstratie tegen de oorlog in Irak. Ik kom al heel lang op voor vrouwen om mij heen. Zo heb ik in de trein, toen ik een jaar of 17 was, het in een volle coupé opgenomen tegen een man die de vrouw tegenover hem al de hele rit kleineerde. Vervolgens was ik degene die bedreigd werd en schoot er gelukkig een man mij te hulp. Het was er maar één, de rest bleef stil. Dat vond ik misschien nog het ergste van de hele situatie, dat niemand zich durfde uit te spreken. Mijn ouders waren destijds onder de indruk van mijn actie, maar lieten mij ook beloven de volgende keer wat beter op mijzelf te passen. Maar goed, vandaag moest ik kiezen tussen een dag naar Amsterdam, om daar te demonstreren voor vrouwenrechten, of een zonnige dag met mijn gezin en het meisje van 4 dat wij om de week als steungezin opvangen. Allebei voelde het even belangrijk. Ik weet dat het bij een demonstratie even heel krachtig kan voelen, je bent niet de enige. Maar op de weg terug in de trein voel ik me vaak ook extra machteloos. Want de volgende dag gaat het leven weer gewoon door. Ik kom thuis en daar is ook alles nog hetzelfde. Ik deel hooguit even wat ik heb meegemaakt en vertel misschien een paar collega’s over mijn weekend. Ik post iets op Insta en zo zien mensen wat ik gedaan heb. Maar het voelt niet concreet genoeg.

Je bent te streng voor jezelf, zei mijn collega toen ik mijn dilemma uitte. Dat klopt, maar zoals hierboven al beschreven: ik kan niet kiezen. Alles lijkt even belangrijk.

Afgelopen zomer greep het Bastiaan en mij allebei aan. We wilden iets doen wat directe impact heeft, en het kleiner maken dan de niet te overziene wereldproblematiek. We wilden ergens wél invloed op hebben. Een oproep voor steungezinnen kwam voorbij. We besloten naar de informatieavond te gaan; daarna bespraken we met de kinderen of zij het goed vonden als we samen een kindje zouden opvangen. Ze vonden het vrijwel meteen een goed plan. En zo zijn we nu sinds een paar maanden, na een training en matchgesprek, ook steungezin. Om de 14 dagen komt een meisje van 4 een dagje spelen, meedraaien met ons
gezinsleven. En wat een geluk, ze past perfect in ons gezin!

Vandaag koos ik ervoor om niet naar Amsterdam te gaan, maar om tijd door te brengen met ons vijven. We maakten een wandeling langs de IJssel en ik zag de meisjes achter elkaar aanrennen en stenen gooien in het water. We aten een eerste ijsje bij de ijssalon en ik zag het meisje genieten en hoorde haar verschillende keren zeggen dat ze het allemaal zo leuk vond.
Ze wilde niet naar huis, zei ze, maar eenmaal thuis vond ze het ook weer fijn om haar moeder te knuffelen.

Dit was een hele goede vrouwendag. Een moeder kon tijd voor zichzelf nemen, 3 meisjes hadden het gezellig met elkaar. Bastiaan en ik waren samen bij de kinderen en deelden vanzelfsprekend de zorg, waardoor we alle ruimte hadden voor wat pré-puberemoties en een driftbui. Dit is het voorbeeld dat ik onze kinderen wil geven en misschien, misschien ga ik volgend jaar wel naar de Dam en neem ik het hele gezin mee.