We staan bij de IKEA in het restaurant aan de kassa om te betalen. Voor ons staat een echtpaar van 60 plus. De vrouw draagt een zwarte sweater, met daaroverheen een opengeslagen beige lange jas en een groen schoudertasje. De man draagt een beige wollen trui met rits aan de voorkant, witte broek en bruine suède laarsjes. Op zijn neus een klein zwart brilletje.
De vrouw loopt alvast door om een tafeltje te zoeken. De man rekent af, terwijl hij geen moment zijn blik afwent van zijn telefoon. De kassamedewerker zegt dat het glas bedoeld is voor frisdrank, dat het niet voor bier is. De man zegt dat hij het niet voor frisdrank wil gebruiken, maar voor zijn biertje. De medewerker gaat akkoord en rekent met hem af.
Als wij betaald hebben zitten we net dichtbij genoeg om het stel verder te aanschouwen. De man drinkt zijn bier uit het flesje, het glas blijft staan. Tot hij het flesje bier op heeft. Dan pakt hij zijn glas en loopt naar de frisdrankautomaat, vult zijn glas en neemt een slok. Weer aan tafel bij zijn vrouw drinkt hij het glas leeg en zet het met een harde dreun neer op het dienblad. Zijn vrouw heeft bijna haar bord leeg. Hij staat op, loopt een stukje bij de tafel vandaan en zijn vrouw klokt snel haar drinken naar binnen. Dan staat zij ook op en pakt het dienblad vast. Ze loopt met het dienblad naar de afruimband en daarna door naar haar man.
‘Nog een klein plasje’ zegt hij. De vrouw knikt.
