Het tweedaagse avontuur in Leeuwarden begon met een koffer achterop de fiets. De trein in, een overstap in Zwolle. Op station Leeuwarden een bus naar het hotel. Tegenover de bushalte de oude gevangenis, de Blokhuispoort in. De opa van Bastiaan heeft daar gevangen gezeten, vertelden we aan de meiden. De pré-puber zei: ‘dat boeit me niet’.
Waarna ze toch wel een beetje nieuwsgierig rond keek toen we er een rondje doorheen liepen. Het is ook een abstract idee, zeker als je bedenkt dat er nu een hotel van gemaakt is.
Niks voor ons, slapen daar waar zoveel narigheid gebeurd is. We liepen door naar ons hotel; wij waren er al een keer met z’n tweetjes geweest en vonden de inrichting helemaal te gek en inspirerend voor ons eigen huis. De meiden waren het roerend met ons eens, en wat een fantastische regendouche! Ik kreeg spontaan zin in het avondritueel dat moeiteloos zou verlopen, als ik hun enthousiasme over de douche zag.
We besloten waar we die avond zouden eten en stippelden een route uit waar we ook een stukje van de ‘miniatuur poppetjes
wandelroute’ konden doen. Hup, de herfstzon in en speuren maar. Bij de eerste stop was er een vriendelijke meneer die met alle geduld van de wereld ons hielp zoeken. ‘Wauw, ze zijn wel echt heel mini!’
Ik zei tegen Bas: ‘Wat een vriendelijke man was dat.’ ‘Ja, een echte Fries’, zei hij. Sommige poppetjes waren vernield, zo miste er één een hoofd. Maar soms stond er echt iets moois tussen een muurtje. Lotte bekeek het van bovenaf en Guusje op ooghoogte. Het lopen werd
Lotte wat te zwaar, haar schoenen zaten ook niet zo lekker meer. ‘Morgen kijken we voor nieuwe’, zeiden we. Voor nu op de schouders van papa. ‘Het gaat nog net Lotte, je wordt bijna te zwaar’, zei Bastiaan. Lotte zat prinsheerlijk op grote hoogte alles te bekijken met een grijns op haar gezicht. Ze had het weer voor elkaar.
We moesten in een heel smal steegje dat helemaal zwart was, op zoek naar weer wat mini poppetjes. Maar het stonk er zo verschrikkelijk naar alle type uitwerpselen, dat we er heel hard doorheen zijn gerend.
We doken nog snel het museum in, want daar waren heel veel trouwjurken te zien. Guusje wilde er een passen, ik deed met haar mee. Bastiaan maakte een foto en Lotte gaf commentaar. Ik stond nog even te fantaseren bij de jurk van Máxima. Wat zou ik nu zelf gekozen hebben voor jurk? We werden toch wat moe en chagrijnig, dus ik haalde een blikje cola bij de AH, wat altijd helpt in ons HSP (olé) gezin. Bastiaan stond met de meiden buiten te wachten, waar een man voorbij liep met Bachata muziek aan (moest ik even opzoeken). Hij maakte voor de grap een dansje en zo raakte hij aan de praat met de man. ‘Ja, je vindt mijn muziek wel goed hè?’, zei de man. ‘Hier, geef me je telefoon voor mijn Insta!’ Hij voegde zichzelf toe op Instagram voor Bastiaan en vertelde dat hij binnenkort op de radio kwam bij Omrop Fryslân en te vinden is op Spotify. Hij dacht er een nieuwe fan bij te hebben. Dit alles kreeg ik in geuren en kleuren te horen van de dames, die hiervan onder de indruk waren. Het was een man met een zwarte lange jas en heel lang zwart krullend haar, geluidsboxje en gitaar op zijn rug, vertelden ze. We gingen naar een pizzeria, waar ook voor Guusje en mij voldoende keuzes waren (dat is altijd een uitdaging, wanneer er geen koemelk en beperkt tarwe gegeten kan worden).
We smulden van ons eten en wederom spontaan een praatje met een vriendelijk stel naast ons. Daarna liepen we in het donker terug naar ons hotel, de kinderen verwonderden zich over de lichtjes in de grachten. Ik zei dat ik het echt opvallend vond hoe vriendelijk de mensen zijn, hoe toegankelijk en geduldig ze zomaar een praatje aanknopen met je. Of ben ik er in het dagelijks leven zelf ook niet ontvankelijk genoeg voor, vroeg ik mij af. Bastiaan voelde een opening en opperde dat hij wel naar Friesland wilde verhuizen; het viel hem altijd al op dat mensen veel leuker zijn in dit deel van het land. Lijkt dat je niet wat, probeert hij. Ik dacht er serieus wel een paar seconden over na. Maar nee, ik voel me thuis in Deventer, heb er leuk werk en de kinderen een fijne school. Ik ga niet weg. Guusje ving ons gesprek op en zette direct haar hakken in het zand. Ik ga niet verhuizen hoor, ik wil niet mijn vriendinnen
achterlaten! Bastiaan probeerde nog of een vakantiehuisje dan in de toekomst nog een idee zou zijn. Daar gingen we mee akkoord.
We speelden nog een potje ‘Mens-erger-je-niet’ in de gezellige kleurrijke lobby, met een kopje thee. Lotte won (gelukkig) en daarna dan eindelijk onder die te gekke douche.
De volgende dag struinden we de stad nog even door. Kochten nieuwe schoenen voor Lotte, paste Guusje Dr. Martens die ik vervolgens op Vinted zou opzoeken, in nieuwstaat (er zijn grenzen, bij groeiende voeten). En ik pakte even mijn moment bij Appel & Ei, scoorde een
paar fantastische kleurrijke sneakers en een hele mooie spijkerbroek. Kreeg vanzelfsprekend het vaste commentaar van man en kinderen dat ik dat ook echt heel hard nodig had, maar niet heus. Waarop ik antwoordde met: ‘happy wife happy life’.
We lunchten buiten (!) op het terras aan het water op de laatste dag van oktober en snelden daarna door naar het theater. Want: we hadden kaartjes voor twee voorstellingen van het Theaterfestival voor kinderen. We verwonderden ons, lachten keihard en schreeuwden zo
hard dat onze kelen er zeer van deden. Maar wat was dat weer genieten! En toen weer terug de trein in, de zoveelste tikkel met een flesje Ice tea. Thuis een tosti, en ik… kreeg ineens keiharde schrijfzin.

