Deze zomer gingen we op vakantie naar Zuid-Limburg, we bezochten 2 natuurhuisjes in Grientsveen en Klimmen. Tussendoor zaten we in een stay-okay in Maastricht. Klimmen was ons laatste adres. Tot voor kort was ik er nog nooit geweest. We logeerden op een prachtige plek, recht naast een weiland met schapen en de absolute topper voor onze kinderen; trampolines en skelters!
Op een hele warme dag besloten we naar de lokale ijssalon te gaan. Eenmaal aangekomen in het hart van het dorp bleken daar een kerk, supermarkt en een ijssalon/eetcafé (pleinzicht) te zitten. Dat was alles. Mijn vader zou zeggen ‘wat heb je nog meer nodig?’
Op het terras van pleinzicht was de gemiddelde leeftijd 70+, stond op tafeltjes advocaat met slagroom, kopjes koffie met Limburgse vlaai en Coca-Cola. We roken de volle asbakken op afstand en liepen naar binnen om het ijssassortiment te bekijken, waar we langs een man moesten die voor de ingang genoot van zijn sigaar, terwijl hij leunde op zijn rollator.
Terwijl de kinderen in hun nopjes waren met de 2 bollen ijs voor slechts 1,50 per stuk, streken we neer op het terras. Naast ons kwam een ouder echtpaar zitten dat in plat Limburgs sprak met elkaar. Ze bestelden allebei een cola en de man een schnitzel met stroganoff saus. De vrouw wist nog niet wat ze wilde eten, ze wilde wel wat gezonds. De café-eigenaar noemde zijn assortiment op: salade met spekjes, Limburgse koude schotel, stokbroodje gehaktbal, groentesoep of een loempia en appelmoes. De vrouw bestelde een loempia met appelmoes.
Ik sloeg zelf ook even de menukaart open en las hardop voor wat de lokale specialiteiten hier waren. Zuurvlees, Kip senior, Stokbroodje koude gehaktbal, stokbroodje warme gehaktbal en een tosti bolognaise. Mijn stadse kinderen haalden er hun neus voor op en keken hun ogen uit op het terras.
Even later werden de gerechten naast ons uitgeserveerd, 2 nieuwe cola’s besteld en nam de eigenaar weer bestellingen op bij andere tafels. We hoorden hem voor de derde keer vertellen over de gezondheid van zijn moeder die opgenomen was in het ziekenhuis. Terwijl de vrouw naast ons haar bakje appelmoes opende, de loempia erin dipte en de man zijn stragonof snitzel aansneed, zei de eigenaar ‘ja, haar ontlasting is nog wel een zorg, maar verder kom da wel goe’.
Toen we weer naar ons huisje liepen zeiden de meiden in koor ‘zag je dat die mevrouw haar loempia in haar appelmoes dipte?’
