
2010
2 juli 1994. Lief dagboek, vandaag moesten we weer naar de kerk en toen had ik mijn nieuwe pet op. Na de kerk bleven mijn ouders weer met iedereen praten. De ouders van Bastiaan ook en toen ging hij heel stom achter mij aan rennen en mijn pet afpakken. Hij zit nu in een andere klas gelukkig. Na de kerk gingen we Villa Achterwerk terugkijken en mochten we chips, dat was wel leuk’.
We zaten een paar jaar bij elkaar in de klas, later alleen bij elkaar op school, maar alsnog verbonden door de kerk, waar we samen naar club gingen. Maar ook door zijn zus die op mij en mijn zusje paste. En door zijn vader, die overleed; mijn vader leidde het afscheid. Zijn vader had in de beroepingscommissie gezeten toen mijn vader gevraagd werd als dominee in Vaassen te komen. Ik scheen toen nog een showtje te hebben gegeven in mijn ondergoed toen de commissie bij mijn ouders in de woonkamer zat. Ik zeg weleens gekscherend dat hij een vinger in de pap heeft gehad met het koppelen van ons door mijn vader te beroepen.
Mijn vriendinnen waren gek op Bastiaan, kregen zogenaamd bijles wiskunde. Ik wist wel beter. Bastiaan werd langzamerhand van een irritant jongetje een vriend. Een steeds betere vriend. Mijn vriendjes vonden het bijzonder en geloofden niet in een vriendschap tussen een meisje en een jongen. We trokken veel met elkaar op en zaten samen in de jeugddienstcommissie van de kerk. Toen we 18 jaar waren hebben we een keer samen een dronken vriendin thuisgebracht en stonden toen voor mijn deur; dat was het eerste moment dat we elkaar langer in de ogen keken en er even een vonk leek over te springen. Maar rationeel als we waren wimpelden we dat weg. Ik had verkering met iemand anders op dat moment. Met wie ik het overigens een week na dit moment uitmaakte. Het vriendje was ervan overtuigd dat dit was omdat ik verliefd was op Bastiaan.
We deden samen auditie voor een theatertussenjaar bij Youth for Christ. Tijdens de selectiegesprekken werd ons gevraagd wat onze relatie was. Of we niet verliefd waren of zouden worden, want dat was niet handig tijdens zo’n intensief jaar. We hebben allebei vol overtuiging gezegd dat we gewoon hele goede vrienden waren. Allebei werden we aangenomen, we waren door het dolle heen! De rest van de zomer trokken we met elkaar op, ik was een maand weg vanwege camping-animatiewerk, maar hij zocht mij op samen met mijn ouders en zusje en mocht zelfs in de auto rijden. Of hij mijn vriendje was, vroegen mijn collega’s. Nee, gewoon een hele goede vriend, zei ik, nadat ik hem om de hals vloog. Ik had hem gemist. We belden geregeld met elkaar in de avonden. Mijn vriendjes vond hij altijd matig, maar hij luisterde geduldig naar mijn relazen over hen. Hij kwam in die zomer ook een keer na een dorpsfeest midden in de nacht naar mijn huis toe en belde aan – mijn ouders waren op vakantie – om verslag te doen van een meisje waarmee hij had gezoend die avond. Ik zie mezelf nog zitten op de bank met mijn Bridget Jones-hartjesonderbroek en een wit shirtje zonder bh. Naïef als ik was; hij was gewoon Bastiaan.
Eenmaal in het tussenjaar bleven we elkaar heel veel opzoeken. Hij woonde in een flat in Zeist, ik in een huis in Driebergen. Allebei met huisgenoten. In de flat van Bas werden vaak onze huisfeestjes gegeven, ik bleef dan altijd slapen bij hem in zijn tweepersoons 1.40m-bed. Dat werd altijd wel raar gevonden, zeker vanwege het hele ‘geen seks voor het huwelijk’-regime dat voor velen toch gold. Maar daar hadden wij maling aan, het was toch heel onschuldig? Achteraf bleek dat Bastiaan best had geregistreerd dat ik in mijn onderbroek en slaapshirtje door zijn kamer liep. ‘Ja, ik ben ook gewon een man met ogen’. In de weekenden treinden we samen naar onze ouders, om elkaar vervolgens weer op te zoeken en samen wat leuks te doen. En kon dat niet, dan belden we diezelfde avond om bij te praten.
Tijdens een trainingsweek hadden onze huisgenoten er genoeg van. Ze planden een coupe. Bram hield Bastiaan tegen. Christine en Rachelle mij. Zo stond ik in de badkamer en werd tegen de muur gedrukt. ‘Wat speelt er nou tussen jullie? Je maakt ons niet wijs dat dit alleen een vriendschap is. Geef toe!’ Bij Bastiaan ging het iets minder subtiel ‘Wanneer pak je haar nou eens op de bek, eikel!’, zei Bram. We zwichtten niet, maar hadden het er op de terugweg op de fiets wel over samen. Want als zij dit zo duidelijk zagen, waren wij er zelf dan blind voor geworden? Of bang om onze vriendschap te verpesten? Was het misschien meer? En toen we dit laatste uitspraken, moest ik rechtsaf en hij rechtdoor. Diezelfde avond belden we en hadden we het er weer over. Ja, er was wellicht wel wat meer, maar wat als het niet zou werken, was onze vriendschap dan voorbij? En het mocht toch ook niet, een relatie hebben met een teamgenoot? We hadden allebei een groot verantwoordelijkheidsgevoel, dus wilden ons graag aan de afspraken houden. Maar het viel mij steeds meer op hoezeer ik naar Bastiaan keek als hij zijn mouwen opstroopte achter de computer en ik zijn stoere leren horloge zag om zijn pols. Of als ik hem zag sjouwen met de zware apparatuur die we in ons tourbusje moesten zetten. Wanneer hij even naar mij keek en we elkaar begroetten met een kus op elkaars wang, voelde ik een kriebel in mijn buik. Ik vond hem met de dag aantrekkelijker worden.
3 februari 2007. Lief dagboek, Bas was jarig en ik ben ook geweest bij hem thuis waar wat van zijn vrienden waren. Toen ik naar huis ging liep hij met mij mee naar het hek en daar hebben we elkaar geknuffeld. We keken elkaar lang aan en hadden bijna gezoend. Maar hij leek niet te durven, maar ik wilde ook niet de eerste stap zetten. Maar ik denk wel dat ik verliefd aan het worden ben op hem. Maar dat kan niet want hij is mijn vriend.
10 februari 2007. We hebben gezoend! We lagen in bed, want ik sliep bij hem, omdat we de volgende dag al vroeg een open dag van de Hogeschool zouden bezoeken. En toen keken we elkaar weer heel lang aan en hadden we weer helemaal besproken hoe het zou zijn als er meer is. Ik dacht: ik doe het nu gewoon! Ik heb hem gezoend. En het was zo intens en bizar! Bastiaan riep daarna: ik heb mijn beste vriendin gezoend! Maar goed… nu zijn we dus een stel, denk ik?
We hebben dit een paar weken geheimgehouden, gewoon omdat we het heel eng vonden of het echt zou werken als stel. En wat zouden de reacties zijn van onze teamgenoten? Ondertussen bleek iedereen om ons heen het al lang door te hebben. We moesten telkens lachen als we een berichtje kregen. Mijn zusje zei op een gegeven moment: oké, met wie heb je verkering, An? Je zit de hele tijd te lachen bij je telefoon. Die avond besloten we het te vertellen aan onze ouders en hebben een gesprek gevoerd met onze teambegeleiders. Er moesten een paar maatregelen getroffen worden in de verdeling van de rollen in de theaterstukken. Maar verder bleek het vooral heel goed te vallen. En toen waren we een stel. Eindelijk…
17 jaar later, 14 jaar getrouwd vandaag. Een vol en rijk leven samen en nog lang niet klaar. Dankbaar kijk ik terug op wat ons is gegeven en wat we elkaar mochten geven. Het kwam ons zeker niet aanwaaien allemaal, we hebben er samen hard voor geknokt. Maar omdat vriendschap de basis is, komen we er altijd weer uit met elkaar. Guusje keek op de kalender en zei ‘jullie trouwdag is morgen, wist je dat wel? Heb je wel wat geregeld mam?’ Oeps, we hebben een poging tot oppas vinden gedaan, maar dat lukte niet. Dus toen hebben we het er bij gelaten. ‘Je hebt gelijk lieverd! Dit moeten we wel vieren.’ ‘We kunnen ook lekker avondeten morgen, oppert ze.’ Als de meiden op school zitten klap ik de laptop open en schrijf deze blog. Het werd ook wel tijd om onze love story eens uit te typen!

(foto is gemaakt toen we ons tussenjaar deden en in slaap waren gevallen op de bank na een feestje)

