Dat dit een rare week gaat worden, dat staat vast. Maar het begon goed, met een fietstocht naar de buitendag van Lotte. Het buurjongetje van 4 namen we ook mee op de electrische tandem, hij zat voorop en Lotte hield mij stevig vast, ze schuilde tegen de wind achter mijn rug. De kleuter voor was vooral bezig met het aantal fietsers dat we konden inhalen, omdat we zo hard gingen. Allebei kletsten ze tegen mij en elkaar in de gure wind. Ik zat er als een sandwich tussen, verstond de helft niet en soms gaf ik een boodschap van de één naar de ander door. We wezen naar een grote turquoise boot toen we op de brug over de IJssel fietsten. We roken paardenpoep, nat gras en zagen dat het steeds lichter werd. We werden nat van de regen en trokken onze mutsen over onze oren heen. Ik bracht ze het hutje binnen bij het warme vuur, nadat er nog even was geplast en stapte alleen de tandem weer op.
Met de druppels nog op mijn brilglazen realiseerde ik mij dat ik even nergens aan had gedacht en weer heerlijk in het moment was geweest, samen met deze twee leuke kleuters. Ik zag de prachtige herfstbladeren en een mooie lucht met de opkomende zon. Ineens bekroop mij een angstig gevoel. Zou er woensdag door genoeg mensen gestemd worden met hart voor de aarde en de volgende generaties? En toen zag ik deze boom midden in de IJssel staan, waar het water hoog staat. Deze boom weet zich elk seizoen weer aan te passen en staat diepgeworteld. De boom geeft mij vertrouwen en hoop.
